West-Vlaamse Parochieregisters
Het Concilie van Trente (1545-1563) bepaalde dat dopen, huwelijken en begrafenissen in registers moesten genoteerd worden. Pas omstreeks 1600 werd deze regel algemeen toegepast. Parochieregisters zijn van de belangrijkste databanken van de vorige eeuwen. De grote gebeurtenissen in een mensenleven werden opgeschreven in de parochieregisters.
Dopen
De doopregisters bevatten de naam van de gedoopte, maar ook de naam van de ouders worden genoemd. Over het algemeen zijn de gegevens uit latere jaren uitgebreider dan in de eerste jaren. In de eerste jaren werden vaak naastde naam van de vader en van het kind en de doopdatum genoemd, alsmede de peter en meter. Later kwam de naam van de moeder erbij. Pas in de laatste jaren ook de geboortedatum en vaak ook de naam van het dorp of gehucht waar de ouders woonden. Vrijwel altijd zal dit ook de geboorteplaats geweest zijn, maar soms staat er ex: afkomstig wat betekent dat ze vroeger daar woonden en dit is niet noodzakelijk de plaats waar ze gedoopt zijn. Soms worden de namen van doopgetuigen of doopheffers vermeld. Die namen kunnen een belangrijke rol spelen bij het reconstrueren van familierelaties, omdat het vaak om grootouders of ooms en tantes gaat.
Tot aan het Concilie Vaticanum II (1962-1965) was de Kerk van mening dat het doopsel de eerste voorwaarde was om gered te worden [wie niet gedoopt was was geen kind van God]. Deze visie is compleet omgekeerd door het Concilie.
Bepaalde parochies werden soms bediend door de pastoor van een nabijgelegen parochie waardoor de akten daar ingeschreven werden. Soms maakte de pastoor dan een opmerking in de registers. Zo werd voor 1757 Waardamme bediend door de pastoor van Ruddervoorde. De akten van Waardamme zijn te vinden in de registers van Ruddervoorde, ook al woonden de personen in Waardamme.