|
De inhoudelijke rijkdom van
de bescheiden bewaard op het Rijksarchief te Brugge kan moeilijk
overschat worden. In principe is elk bestand, geïnventariseerd
of niet, in de leeszaal raadpleegbaar. Op dit ogenblik staan
zelfs meer dan 200 inventarissen en toegangen ter beschikking.
Toch blijft een groot deel van die rijkdom ongebruikt in de
rekken staan. Onbekend is blijkbaar onbemind. Daarom menen wij
de bezoekers van onze website warm te maken voor de talrijke
nog onaangesneden onderzoeksmogelijkheden. We richten ons hier
naar vorsers aan universiteiten, bibliotheekbezoekers,
genealogen, heemkundigen, kortom, al wie belangstelling
heeft voor de geschiedenis van het graafschap Vlaanderen en
West-Vlaanderen in het bijzonder.
Toegegeven, tot voor kort beschikten potentiële lezers - historici,
genealogen, heemkundigen - over een eerder gering aantal gepubliceerde
inventarissen. Voor het overige moesten ze zich behelpen met
getypte en handschriftelijke inventarissen en lijsten die uitsluitend
in de leeszaal raadpleegbaar waren. Bovendien dateerde
een aantal van die toegangen nog uit de 19de eeuw, waren ze
opgesteld in het Frans, waren ze slechts overdrachtslijsten
of weerspiegelden niet eens de werkelijke inhoud van het bestand.
We denken hier aan het zogenaamde 'Oud Kerkarchief' of
de enigmatische 'Cumulus ecclesiasticus'. Ook was het bondige
'Archievenoverzicht' uit 1974 voorbijgestreefd. Want intussen
hadden heel wat stukken een nieuwe bestemming gekregen onder
een geëigende benaming zoals enkele reeksen omlopers uit de
'Aanwinsten'. |
Het archief van de kasselrij
Ieper en van de deelgemeenten werd in 1993 in bewaring gegeven
aan het Stadsarchief te Ieper.
Bedrijfsarchieven waren overgebracht naar het Rijksarchief
te Beveren. Dit werd dan weer gecompenseerd door belangrijke
aanwinsten zoals het archief van A. Van Acker, het familiearchief
Lippens, het ambtelijk en persoonlijk archief van J.
F. Maes, o.a. regeringscommissaris voor de bevoorrading in Onbezet
België (1914-1918), notariële archieven, enz.
En waarom ook niet een aantal getypte inventarissen van bijv.
familiearchieven, lijsten en steekkaartenreeksen in de leeszaal
plaatsen?
De actualisering en uitgave van al die toegangen werd een
eerste prioriteit. In samenhang is een nieuw 'Archievenoverzicht'
in voorbereiding dat zijn erg verouderde voorganger uit 1974
zal vervangen [1] .
Geen wonder dus dat dit mooie bronnenmateriaal bij gebrek aan
adequate en gemakkelijk verkrijgbare toegangen zolang ongebruikt
bleef. Sinds een zestal jaren evenwel stimuleert de Algemeen
Rijksarchivaris de beschikbaarheid van toegangen op alle fondsen
en archieven op het Rijksarchief, hetzij door wetenschappelijke
inventarisatie, hetzij door publicatie van gecontroleerde en
hertaalde toegangen 'in beperkte oplage'. Om deze nieuwe
zoekmogelijkheden aan een zo breed mogelijk publiek bekend te
maken bieden wij hier een overzicht van alle toegangen op bestanden
bewaard op het Rijksarchief te Brugge.
Voorliggend overzicht verwijst naar een dubbele reeks inventarissen
en toegangen in de leeszaal van het Rijksarchief te Brugge.
Wetenschappelijke inventarissen (met inleiding, bibliografie,
enz.) en nog niet bewerkte toegangen dragen de referentie INV-nummer,
en de 'toegangen in beperkte oplage' de referentie TBO-nummer.
Het volledige bibliografische adres volgt in bijlage. Alle toegangen
zijn verkrijgbaar op het Rijksarchief te Brugge of kunnen besteld
worden op het Algemeen Rijksarchief te Brussel. |
Aangezien het neerleggen van archief
bepaald wordt door de vestiging van de zetel van instellingen en
besturen, of de woonplaats van families en particulieren binnen
het ambtsgebied van het Rijksarchief kon het Rijksarchief te Brugge
geen archief ontvangen van een hoger administratief niveau dan dat
van prinselijke leenhoven, kasselrijbesturen, gevolgd door de Franse
hoofdbesturen in West-Vlaanderen (het Leiedepartement) (1795-1815),
de Provinciale Staten van West-Vlaanderen (1815-1830) en het provinciebestuur
van West-Vlaanderen. |
De leenhoven van de Burg van Brugge,
van de Burg van Veurne, en van de Zaal van Ieper ontstonden in de
12de eeuw in de hoofdplaatsen van de kasselrijen als afsplitsing
of decentralisatie van de bevoegdheden van de 'curia comitis', de
grafelijke raad en het centrale leenhof van Vlaanderen. |
Deze kasselrijleenhoven bezaten een
administratief-fiscale en juridische bevoegdheid nl. de registratie
van de vorstelijke lenen en de inning van de hieraan verbonden rechten,
de controle op de administratie en het beheer van heerlijkheden
en lenen, en de behandeling van geschillen terzake. Inventarissen
zijn beschikbaar voor het leenhof van de Burg van Brugge
(TBO 15), van de Burg van Veurne-Ambacht (TBO
109), en de Zaal van Ieper (INV 27). |
Voor het archief van het Brugse
Vrije kon men reeds gebruik maken van de inventarissen van E. Vanden
Bussche, zowel van een reeks oorkonden (1180-1772) (INV
14, te raadplegen op microfilm TBO 166) als
van een reeks registers (INV 15, 16). Bij de
samenstelling van zijn inventaris putte deze zonder schroom uit
bestaande bestanden van het Vrije, zoals de 'bundels van het
Vrije'. Ontdaan van oorkonden en registers bleef een verzameling
over van briefwisseling, dossiers, bundels en pakken inzake alle
aspecten van bevoegdheid van het kasselrijbestuur. Zelfs een summier
beeld van hun inhoud kan aanzetten tot onderzoek (TBO 142).
Ook de verzameling 'Brugse Vrije: Sanders', genoemd naar
Eugène Sanders, bediende op het Rijksarchief te Brugge van 1878
tot 1901, vormt een belangrijke aanvulling. Ze bestaat uit registers,
omslagen en losse stukken hoofdzakelijk behorend tot het archief
van het Vrije, maar ook van de kasselrijen Ieper, Veurne, Waasten,
stad en leenhof van de Burg van Brugge, parochies, heerlijkheden
enz. in West-Vlaanderen, en zelfs bescheiden uit de 19de eeuw (TBO
141).
Nochtans behoren de boedelbeschrijvingen of 'staten van goed'
tot de door genealogen meest geraadpleegde bronnen. Zij werden in
de 19de eeuw ondergebracht in afzonderlijke reeksen en bieden een
schat aan informatie inzake de sociale en economische toestand van
de betrokken gezinnen.
Het archief van het Brugse Vrije alleen bevat ca. 48.000 van dergelijke
documenten. Voortaan zijn alfabetische toegangen beschikbaar op
de eerste reeks (TBO 108, te vergelijken met
de handschriftelijke inventaris INV 20), tweede
reeks (INV 108bis, TBO 157), derde reeks
(TBO 112) en vierde reeks (TBO 113),
aangevuld met een inventaris van afsluitende rekeningen bij de boedelbeschrijvingen
van de tweede reeks (TBO 117). |
We herinneren nog even aan de overige
bestanden uit het archief van het Vrije: de zogenaamde 'triage
van het Vrije'(1500-1799) (INV 62), een reeks
procesbundels, hoofdzakelijk m.b.t. het Vrije, geordend op
naam der partijen (1535-1752)(INV 117), een verzameling
dossiers en losse stukken aangelegd door A. van Zuylen en
door hem geordend per onderwerp (1477-1796)(inventaris in voorbereiding),
en een reeks registers van de Bevolkingstelling 1748 (te
raadplegen op microfilm TBO 166; een lijst van de
betrokken gemeenten in INV 98).
Men vergete evenmin de nog ongeordende maar in principe raadpleegbare
bestanden zoals procesbundels en stukken (ca. 242 m.), 'triage
van het Vrije' (18 m.), bescheiden van de zogenaamde 'Oostenrijkse
periode' die in werkelijkheid gerechtelijke vooronderzoeken
zijn uit de 18de eeuw (15 m.), en bescheiden met uiteenlopende inhoud
(29 m.).
Tenslotte kwamen losse maar niet onbelangrijke bescheiden betreffende
het Vrije terecht in verzamelingen zoals de Oorkonden met blauw
nummer (TBO 144) en Aanwinsten (TBO,
ter perse). |
Specifieke historische en institutionele
omstandigheden hebben ertoe geleid dat de administratieve en gerechtelijke
diensten en archieven van de stad én kasselrij Veurne tijdelijk
een eenheid van beheer kenden. De gevolgen hiervan zijn nog steeds
merkbaar in de huidige indeling van het kasselrijarchief waarin
reeksen 'stadsregisters' afwisselen met 'landsregisters'. |
Van volgende bestanden zijn voortaan
toegangen beschikbaar: registers (1429-1796) (TBO 129),
kasselrijrekeningen (1488-1785) (TBO 130),
'staten van goed', ca. 38500 nrs. (1500-1795) (TBO
95-107), oorkonden (TBO 88).
Hiernaast wachten nog ca. 40 m. procesbundels op een eerste onderzoek.
Zoals voor het Brugse Vrije verwijzen we evenens nog naar de 'Oorkonden
met blauw nummer' (TBO 144) en de 'Aanwinsten'(TBO,
ter perse). |
De Generaliteit van de Acht-Parochies
is minder gekend als administratieve en juridische omschrijving.
Het gebied bezat een zeer feodale inslag en was sinds het begin
van de 14de eeuw slechts als 'contribuante' fiscaal met de kasselrij
Veurne verbonden. De Generaliteit omvatte omvatte de parochies en
heerlijkheden van Elverdinge, Vlamertinge, Watou, Noordschote, Zuidschote,
Reningelst, Loker en Waasten. |
Van 1759 tot 1795 was het gebied
een volwaardige kasselrij. Een deel van het archief (1065-1794)
bleef een afzonderlijk bestand vormen (INV 96), een
ander deel (1532-1793) vindt men terug tussen de registers van de
stad en kasselrij Veurne (TBO 129). |
Het archief van de kasselrij Ieper,
met name de 1ste, 2de, 3de en 5de reeks, werd in 1993 op
het stadsarchief te Ieper in bewaring gegeven. Niettemin kan men
op het Rijksarchief te Brugge de betrokken bestanden op microfilm
raadplegen (TBO 166). De inventarissen van elk van
deze reeksen staan nog steeds ter beschikking(INV 27,
TBO 114). De 4de reeks omvatte archieven van lokale
schepenbanken en bleef op het Rijksarchief. Zij wordt verder besproken
(INV 27). |
Het Bos van Houthulst was
van oudsher een vorstelijk, later nationaal domein met afzonderlijk
beheer. Het archief werd samen met dat van de kasselrij overgebracht
en bleef ermee geassocieerd (INV 27). |
Het archief van de Franse Hoofdbesturen
(INV 82) kreeg er drie 'aanvullende reeksen' bij (TBO
134, 138, 139). |
De verzameling bevolkingsregisters
voor de jaren 1814-1816 vindt men nu terug in de tweede reeks. |
Bevoegdheden en werking van de Provinciale
Staten van West-Vlaanderen vonden een neerslag in de moeilijk uit
te roeien benaming van 'Modern archief'. In de jaren '80 werden
vijf reeksen geïnventariseerd (TBO 6, 7, 8, 9, 10),
meer recent nog voorzien van een aanvullende reeks (TBO
135). |
Tot de periode 1815-1830 behoort
ook het archief van de Zuidnederlandse Ridderschappen van West-Vlaanderen
(INV 67). |
Het Rijksarchief te Brugge bewaart
het archief van de Provincie West-Vlaanderen tot 1875. Voor de periode
1875-1940 kan men terecht op het Rijksarchief te Beveren.
Volgende bestanden maken deel uit van het provinciearchief: 1ste
Afdeling (TBO 164), 2de Afdeling (TBO
165), 3de Afdeling (INV 73, 74,
in bewerking voor de periode 1830-1850), 4de Afdeling (TBO
11, 133), en op alle afdelingen een aanvullende reeks
(TBO 136).
In het archief van de eerste afdeling vindt men dossiers inzake
wetgevende, provinciale en gemeentelijke verkiezingen, de ingekomen
politieverslagen, werking van de geneeskundige dienst, militie,
burgerwacht en brandweer. In de tweede afdeling vindt men die terug
betreffende het beheer en het personeel van kerkfabrieken en weldadigheidsinrichtingen,
begrotingen en rekeningen van steden, gemeenten en kerkfabrieken,
landloperij, bedelarij, enz. De derde afdeling beheerde o.a. infrastructuur
(wegenaanleg, waterwegen), herstelling van openbare gebouwen, landbouw,
enz. De vierde afdeling tenslotte was bevoegd voor het onderwijs.
De afgezonderde kaarten worden omwille van hun formaat bewaard in
een reeks Provinciekaarten (TBO 12) die moeten
geraadpleegd worden op microfilm (TBO 150). |
Verder zijn er nog een reeks militieregisters
(TBO 13) en kleinere bestanden van bestuurlijke diensten
in West-Vlaanderen rond de oorlogsperiode 1914-1918 zoals het 'Archief
De Panne.
Onbezet België'(TBO 86), Dienst Verwoeste
Gewesten (TBO 145) en de Dienst Repatriëring
(TBO 128). Het bestand 'Onbezet België (1914-1918)'
betreft in wezen bescheiden van het provinciaal bestuur zoals het
nog functioneerde in dit deel van het land. Men herkent hierin een
aantal duidelijke bevoegdheden zoals de voogdij over de gemeentelijke
administraties, benoemingen, loopbaan, vergoedingen van personeel,
controle op de boekhouding van de gemeenten en de Burelen van Weldadigheid.
Het zal niet verwonderen dat dossiers betreffende militielichtingen,
openbare en militaire veiligheid (censuur op briefwisseling, verkeer
in militaire zones), hospitalen en medische bijstand, opeisingen
en betalingen door de geallieerde legers, en evacuaties van burgerbevolking
aan het IJzerfront in dit bestand de doorslag geven.
Het provinciebestuur trad op als toezichthoudende overheid bij
de Provinciale geneeskundige commissie van West-Vlaanderen
(1818-1910) (INV 66). |
Rekening gehouden met het ambtsgebied plaatsen
we hier het Hoofdwaterschoutsambt te Oostende, betrokken bij de
behandeling van ongevallen en incidenten met vissersvaartuigen (TBO
90). |
Archief van aanzienlijke territoriale
heerlijkheden zoals dat van het Land van Wijnendale of de Proosdij
van Sint-Donaas kreeg een plaats naast dat van kleinere domeinen
zoals de baronie van Male of de heerlijkheid Tillegem bij Brugge.
De heerlijkheid van de Proosdij van Sint-Donaas was reeds
toegankelijk (INV 93) en de inventaris voor Wijnendale
(INV 84) kan worden aangevuld met een lijst van Staten
van goed, die gekend staat als '3de reeks' in de Staten van goed
van het Brugse Vrije (TBO 112).
In afwachting van een grondige controle en uitgave is alvast een
getypte verzamelinventaris van kleinere heerlijkheidsarchieven aanwezig
in de leeszaal (INV 47): o.a. Merkem, Sint-Joris-ten-Distel,
heerlijkheid en parochie Ardooie, proosdij Hertsberge, heerlijkheid
en parochie Koolskamp, baronie en heerlijkheid Male, heerlijkheid
Vyve, heerlijkheid van Praat en parochie Oedelem, heerlijkheid Sijsele,
heerlijkheid Tillegem, heerlijkheid Oostkamp, Heerlijkheid en parochie
Lichtervelde. |
Het archief van de heerlijkheid
van Praat en de parochie Oedelem beschikt tevens over een uitgegeven
inventaris (INV 83).
Er is een nadere toegang op de processen van de heerlijkheid
Lichtervelde (INV 118). Van het omvangrijke archief
van de parochie en heerlijkheid Ardooie is nog maar een fractie
geïnventariseerd nl. een aantal registers (TBO 167)
en een reeks staten van goed (TBO 94). Staten van
goed, hoofdzakelijk van de heerlijkheid Sijsele, werden destijds
verzameld door Gilliodts (TBO 87).
Men vergete echter niet dat heel wat archief en stukken van en
over heerlijkheden nog terug te vinden zijn in de hoger vermelde
kasselrijarchieven, en verder in de gemeentearchieven en de verzamelingen
'Oorkonden met blauw nummer' en 'Aanwinsten'. |
Het archief van de voormalige 'parochies'
(zoals de gemeenten in het ancien régime heetten) werd meestal samen
met hedendaags gemeentearchief door gemeentebesturen bij het Rijksarchief
in bewaring gegeven. Het omvangrijk oud archief van de steden Blankenberge
(INV 85), Nieuwpoort (INV 80) en Tielt
(INV 29bis) was reeds genventariseerd.
Het hedendaags archief van Nieuwpoort staat nu ook voor onderzoek
open (TBO 131).
Het detail van de gemeentearchieven (van Aartrijke tot Zuienkerke)
die reeds over een toegang beschikken vindt men in bijlage. We verwijzen
hier slechts naar de nummers: TBO 45-81, 1 dl.; 111;
143 en 158, en INV 30, 31, 32,
33, 34.
Al te vaak vergeet men hierbij nog de talrijke akten verleden
voor schepenen van Brugge en bewaard onder de 'oorkonden met blauw
nummer', en de charters van de Burgerlijke Godshuizen te Nieuwpoort
(TBO 91). |
Toen de Franse administratie vanaf
1797 de archieven van afgeschafte instellingen zoals kasselrij-
en heerlijkheidsbesturen opeiste bracht men ook delen van parochie/gemeentearchieven
over naar de griffies van de nieuw opgerichte rechtbanken van Brugge,
Ieper en Veurne. Meestal ging het om de zogenaamde schepenarchieven
d.w.z. bescheiden opgemaakt uit hoofde van de rechterlijke bevoegdheden
van de schepenbank (vrijwillige en criminele rechtspraak). Men vindt
er voor de kasselrijen Veurne (TBO 109), Ieper (TBO
114) en het Brugse Vrije (INV 15, 16). Hieronder
rekenen we ook een een aantal registers van gerechtelijke procedure
van de Brugse schepenbank evenals protocollen van enkele klerken
van de Brugse vierschaar (TBO 119).
Bij de overdracht van het archief van de kasselrij Waasten naar
het Rijksarchief te Doornik bleef het parochie- en heerlijkheidsarchief
van de (Vlaamse) gemeenten Dranouter, Kemmel, Nieuwkerke, Wijtschate
en Wulvergem te Brugge (TBO 115). De omvang van de
bewaarde bestanden kan wisselen van 1 (één) tot 2000 nummers.
Bovendien wacht nog ongeveer 80 m. archief van gemeenten en heerlijkheden
op inventarisatie. |
Polder- en wateringbesturen nemen
als publiekrechtelijke instellingen een bijzondere plaats in in
West-Vlaanderen. Als een van de weinige overleefden zij bijna ongewijzigd
de Franse revolutionaire periode en zijn ook nu nog steeds werkzaam.
Omvangrijke archiefbestanden bleven bewaard, met bescheiden en informatie
vanaf de 14de eeuw, meestal echter vanaf de 16de eeuw. Het gehele
fonds der polder- en wateringarchieven werd opnieuw geïnventariseerd,
geordend en hernummerd. De formele afwerking van de inventaris is
op korte termijn voorzien, maar de bescheiden zijn volledig raadpleegbaar.
|
De rekeningen van de watering
van Veurne-Ambacht blijven een afzonderlijk bestand vormen (TBO
130) evenals de verzameling kaarten en plannen van de
watering van Blankenberge (INV 114, te raadplegen
op microfilm TBO 148). |
Ook ambachts- en gildenorganisaties
kwamen in 1795 voor op de Franse lijst van af te schaffen instellingen.
Zeer vlug en blijkbaar zonder grote problemen kon de departementele
overheid de hand leggen op belangrijke delen van het Brugse ambachtenarchief
en naar een nieuwe bewaarplaats laten overbrengen. Dit fonds raakte
verdeeld tussen het Stadsarchief en het Rijksarchief waar, opgesplitst
per ambacht, telkens een reeks oorkonden ('met blauw nummer') (TBO
144) en registers berusten (INV 83). |
Als overheidsheidsorgaan (tot 1875)
rijken de Kamers van Koophandel (Brugge (1622-1876), Oostende
(1797-1875), Ieper en Diksmuide (1817-1876)) in hun archief informatie
aan over de rol van deze instellingen in de economische ontwikkelingen
van de streek (TBO 116). Het meer recente archief
van de Provinciale Kamer van Ambachten en Neringen vormt
hierop een complement (zonder toegang). |
We wijzen vooraf nog even op de
ingrijpende gevolgen die de Franse revolutie gehad heeft op de kerkelijke
instellingen en hun archief in onze streken. Abdijen, kloosters,
enz. werden in 1797 afgeschaft - sommige zelfs eerder onder Jozef
II - en hun archief aangeslagen.
Het concordaat tussen Kerk en Staat van 1802 en de erop volgende
wet op de kerkfabrieken van 1809 voerde een nieuw wettelijk en juridisch
kader in. |
De archiefwet van 1955 en haar uitvoeringsbesluiten
lieten de bewaring toe van archieven van kerkfabrieken op het Rijksarchief.
Hierna volgt een overzicht van toegangen in een 'traditionele' hiërarchische,
reguliere en seculiere 'volgorde'. |
In het fonds met de eerder fantaisistische
benaming 'Nieuw kerkarchief' kregen de daarin opgenomen archiefvormers
hun eigen bestaansreden nl. het oude Bisdom Doornik (TBO
121), het Bisdom Brugge (TBO 123) en
het oude Bisdom Ieper (TBO 122). |
Voor het Bisdom Brugge dat
in 1834 heropgericht werd beschikken we over begrotingen en rekeningen
(19de-20ste eeuw) (TBO 127). |
Als belangrijke kapittelkerken vermelden
we die van Sint-Donaas te Brugge (TBO 124)
en O.-L.-Vrouw te Brugge (INV 91, INV 92, TBO 125,
TBO 153, kaarten en plattegronden te raadplegen op microfilm
TBO 153). |
De afschaffing van abdijen en kloosters
door Jozef II en de Franse revolutionairen leidde een stroom van
in beslag genomen archieven naar de departementele schiftings-
en bewaarplaatsen, vervolgens naar het Algemeen Rijksarchief te
Brussel. In de loop van de 19de eeuw werden geleidelijk delen van
dit Kerkarchief geïnventariseerd wat het bestaan verklaart van verzamelingen
als Oud Kerkarchief (TBO 156), (Afgeschafte
kloosters) (TBO 120), Cumulus ecclesiasticus
(TBO 168, en onderwerpslijst TBO 137).
Conservator D'Hoop (1864-1866) bracht documenten, hoofdzakelijk
van kerkelijke aard, samen in een verzameling die achteraf de naam
van zijn samensteller kreeg nl. de Verzameling D'Hoop (TBO
118). Zoals in de 19de eeuw helaas gebruikelijk werden de
oorkonden uit hun oorspronkelijk bestand verwijderd en bijeengebracht
in de verzameling 'Oorkonden met blauwe nummers', hetzij in de reeks
'Mannenkloosters', hetzij bij de 'Vrouwenkloosters' (TBO 144). |
Toch bleven enkele kloosterarchieven
als individueel bestand bewaard: de oorkonden van de abdij van
Nonnenbossche (INV 64), van de priorij van
Sint-Bertijns te Poperinge (INV 100) en van de
abdij van Zoetendale te Maldegem (INV 108,
oorkonden), de abdij van Oudenburg (INV 83)
en het klooster van de Zwartzusters in Ieper (TBO 85).
Inzake het klooster der Jezuïeten te Brugge raadplege men
TBO 5 waarbij we opmerken dat de regesten bij de oorkonden
van deze instelling opgenomen werden als 'blauw nummer' maar als
bestand 'Oorkonden Jezuïeten Brugge' een eigen leven leiden (TBO
144). |
Oud en hedendaags archief van kerkfabrieken
is raadpleegbaar: (INV 38; 39; 39bis; TBO 17-28, 1
dl.; TBO 29-44, 1 dl.; 126, 140,
1 dl.) en in het bijzonder die van de Sint-Jacobs-, Sint-Walburga
en Sint-Annakerk te Brugge (resp. INV 88 en
89, 90, 110).
De O.-L.-Vrouwekerk kreeg hoger als kapittelkerk een vermelding.
|
Enkele kerkarchieven bezitten nog
geen toegang, zoals die van de Magdalenakerk te Brugge. |
De verzameling akten en minuten
van Westvlaamse notarissen gaat terug tot het begin van de 17de
eeuw. Ook zij zijn een dankbare bron voor de studie van bezitsstructuren
en familiegeschiedenis. Een eerste gedeelte van dit fonds, het 'Oud
Notariaat', omvat notariële akten van voor de Franse hervorming;
een tweede gedeelte, onder de benaming 'Gedeponeerd Notariaat',
groeit nog steeds aan en wordt geordend op naam van de overdragende
titularis van de minuten en hun jaarlijkse repertoria. |
Volgens de huidige wettelijke beschikkingen
- Archiefwet en Wet op het Notariaat - kan een notaris ofwel de
minuten van de voorgangers in zijn ambt zelf bewaren, ofwel ze verplicht
neerleggen op het Rijksarchief waaronder hij ressorteert (TBO
132, supplement TBO 161). |
Archieven van families en personen
genieten - volkomen onterecht - veel minder belangstelling. Nochtans
bieden zij vaak een opmerkelijke toegang tot de leefwereld, de invloed
en de bezitsstructuren van een meestal gegoede sociale groep waartoe
de Westvlaamse adel en de stedelijke burgerij behoorde. Een aktief
beleid van prospectie en overtuiging kan leiden tot de neerlegging
van de archieven van belangrijke nationale en regionale politici.
Deze archiefsectie kende de jongste jaren een zekere aangroei.
Het fonds der familiearchieven op het Rijksarchief te Brugge omvat
een doorlopend genummerde reeks, het zogenaamde Algemeen Familiefonds
(INV 60, 61). Nochtans vindt men hier heuse archiefblokken
in terug zoals dat van de familie le Bailly (1218-1844; 969
inventarisnummers). Afkomstig uit Atrecht en sinds de tweede helft
van de 17de eeuw gevestigd te Brugge. De familie is in West-Vlaanderen
evenwel beter bekend onder haar 19de eeuwse naam le Bailly de Tilleghem,
naar de gelijknamige heerlijkheid Tillegem te Sint-Michiels (Brugge).
Haar leden bekleedden vanaf de 16de eeuw tal van openbare functies
in de centrale instellingen en in de schepenbanken van Brugge en
van het Vrije.
Andere familiearchieven van enige omvang binnen dit familiefonds
dragen bekende en minder bekende namen: Van Hamme (midden
16de eeuw-1853), de Coullemont (begin 16de eeuw-1816), Ysenbrandt
(16de eeuw-1810), Blommaert (17de-19de eeuw), de Baenst
(15de-18de eeuw), de Hooghe de la Gaugerie (16de-19de euw),
de Penaranda de Franchimont (18de eeuw) enz.
Ook afzonderlijke familiearchieven beschikken nog meestal over
niet gepubliceerde inventarissen (INV 62: van der
Beke de Cringhen, Kervyn de Lettenhove, de Haerne,
Piers de Raveschoot, Hoys). Het belang van familiearchieven
kan niet onderschat worden. Zo waren de leden van de belangrijke
Oostendse redersfamilie Hoys aktief in de internationale handel
en financiële wereld van de 18de en 19de eeuw. Afkomstig uit Spanje
vestigde zij zich wellicht in de 15de eeuw te Duinkerke van waaruit
ze omstreeks 1660-1670, na de afstand van de stad aan Frankrijk,
naar Oostende overkwamen. De familie had vertakkingen te Brugge,
Gent, Cadix, Rotterdam en Wenen. Het archief bevat een omvangrijke
briefwisseling met grote handelshuizen in heel Europa. Een complement
van dit bestand berust in de universiteitsbibliotheek te Gent. Andere
bestanden zijn: de Renesse-Breidbach (INV 116),
de Thibault de Boesinghe (INV 63), van der
Gracht d'Eeghem (INV 68), van Zantvoorde
(INV 70), De Bast (INV 71).
In de nabije toekomst zal meer aandacht gaan naar de publicatie
van inventarissen van familiearchieven, zoals dit sinds kort gebeurde
voor de families Lippens (INV 111, TBO 154),
de Maere d'Aertrycke (TBO 147), van Renynghe
de Voxvrie (TBO 110), de Genellis (TBO
155), de Salmon de Labarre (TBO 159),
het 'depot Hooreman' (TBO 162).
We laten opmerken dat een deel van het archief van de familie
Adornes en van de Jeruzalemstichting (INV 86, 87)
op het Rijksarchief berust, een ander deel op het Stadsarchief te
Brugge.
Sommige zogenaamde familiearchieven blijken bij nader onderzoek
eerder verzamelingen of zelfs bedrijfsarchieven te zijn. In het
eerste geval gaat het bijvoorbeeld om de memorabilia betreffende
het korps jagers-verkenners te Brugge, nagelaten door L. Deleu
(TBO 93), of de documenten betreffende het Veurnse,
verzameld door De Spot, aalmoezenier bij de Belgische zeemacht
(zonder toegang).
Belangrijke bestanden wachten nog op ontsluiting zoals die van
de families de Peellaert, de Pierpont, Gillès de
Pélichy. Het archief de Schietere de Lophem is op dit
ogenblik in bewerking. Een gelijknamig bestand, misschien van een
andere tak van deze familie, bezit reeds een toegang (TBO
92). |
Onder de politici met nationale
of regionale uitstraling verwijzen we naar het persoonlijk en
politiek archief van de socialistische voorman Achille Van Acker
(1898-1975) (INV 107). De voornaamste delen van dit
archief betreffen het privé-leven van A. Van Acker en zijn optreden
als politicus. In het eerste deel gaat het om briefwisseling, nota's
en aantekeningen, en stukken inzake de aankoop van boeken en zijn
aktiviteiten als boekhandelaar en uitgever (1925-1941), In het tweede
deel treft men de bescheiden aan betreffende het openbare leven
van A. Van Acker. In een chronologische orde weerspiegelen zij de
evolutie van zijn politieke loopbaan. Komen aan bod zijn politieke
aktiviteiten als parlementair, quaestor, gemeenteraadslid te Brugge,
en zijn diverse ministeriële functies, en per chronologische schijf
een aantal dossiers geordend naar trefwoord inzake diverse politieke
onderwerpen zoals de amnestiewetten, de RMZ en verkiezingen. Andere
bescheiden bieden een blik op zijn aktiviteiten in de vakbeweging,
de socialistische partij en de coöperatieve beweging te Brugge.
Bijzondere aandacht ging naar de stukken inzake de koningskwestie
en het paleis. Het eigenlijk archief werd aangevuld met een catalogus
van bescheiden die Van Acker als privaat persoon verzamelde (TBO
160).
Een ander voorbeeld is het archief van Jean-François Maes
(1873-1957), katholiek volksvertegenwoordiger, arrondissementscommissaris
te Veurne en burgemeester te Merkem (inventaris in voorbereiding).
Het zal onmisbaar blijken bij de studie van de sociale en economische
gevolgen van de Eerste Wereldoorlog voor de plaatselijke bevolking
in onbezet België. Als koninklijk commissaris voor de bevoorrading
van de burgerbevolking, gevestigd te Roesbrugge, legde hij een uitgebreide
briefwisseling aan met de provinciale overheid, gemeentebesturen
en particulieren.
Hiernaast beschikt het Rijksarchief te Brugge over de archieven
van een bijzondere categorie van particuliere personen, nl. landmeters
uit de 19de en 20ste eeuw.
Omwille van hun beroep en functies waren zij de bewaarders en
zelf verzamelaars van grote aantallen 'omlopers'. Dit zijn pre-kadastrale
documenten die binnen een bepaald territorium (watering, gemeente,
kerkelijke parochie of heerlijkheid) perceelsgewijze opmetingen
en lokalisatie van gronden in een bepaalde volgorde weergaven met
de meestal geactualiseerde vermelding van de gebruikers.
De oudste omlopers dateren uit de 15de eeuw en werden vaak gebruikt
als basis voor latere gelijkaardige registers. In combinatie met
de kaartenverzamelingen zijn zij van onschatbare waarde voor de
landschapsgeschiedenis, bezitsstructuren op het platteland en in
de kleine steden, de agrarische geschiedenis, de evolutie van de
wegeninfrastructuur, de hydrografie, de toponymie en de topografie.
Deze bestanden dragen nog steeds de naam van hun laatste eigenaar
of van de deponent: Vincent (16de-18de eeuw) (TBO 1),
Peper (16de-18de eeuw) (TBO 2), K. Mestdagh
(17de-19de eeuw) (TBO 3), Van Sieleghem (15de-18de
eeuw) (TBO 4). De inventarissen van de omlopers E.
Jonckheere (15de-18de eeuw) en P. Gilliodts (15de-19de
eeuw) zijn in voorbereiding. In 1926 verwierf het Rijksarchief te
Brugge de verzameling 'Kaarten en plannen Mestdagh' uit de
nalatenschap van K. Mestdagh, landmeter te Brugge. Deze had zelf
reeds zijn studie verrijkt met de kaarten van zijn overleden collega's
L.F. Van de Pitte, J.F. Mabesoone, F. D'Hauw, L. Lucq en J.-F. De
Leyn (INV 81, 81bis; te raadplegen op
microfilm TBO 152).
Tot de categorie van ambtelijke archieven behoort ook dat van architect
Ch. De Wulf uit Ruiselede (1ste helft 19de eeuw)(zonder toegang).
Als archieven van privaatrechtelijke instellingen vermelden we
nog het krankzinnigengesticht Sint-Dominicus (INV 62)
en dat van de Centrale de Metaalbewerkers te Brugge (zonder
toegang). |
Hieronder verstaat men een genummerd
bestand van individuele bescheiden of groepen bescheiden met uiteenlopende
inhoud en omvang, van een blad tot een omvangrijk register, doch
zonder onderling structureel verband. Enkele hebben hun ontstaan
"te danken" aan de aanvankelijke toepassing van het vormcriterium
- oorkonden op perkament, registers - om archief te ordenen, zelfs
na het sinds 1851 voorgeschreven herkomstbeginsel. Andere zijn het
gevolg van een inventariseringspoging die onvoltooid bleef omdat
de auteur de dienst verliet. Materiële reintegratie van die stukken
in hun oorspronkelijk fonds is intussen onmogelijk. Het raadplegen
van deze verzamelingen is een noodzaak voor tal van onderzoeksthema's.
Sommige verzamelingen dragen nog steeds de naam van hun samensteller.
De bescheiden in het Fonds D'Hoop (1420-1831), naar conservator
Félix-Henri D'Hoop (1864-1868), maakten ooit deel uit van de archieven
van de Kartuizers en Kartuizerinnen te Brugge, de abdijen van Sint-Andries
en Oudenburg, van heerlijkheden of van stedelijke schepenbanken
(TBO 118).
Andere voorbeelden zijn het Fonds Sanders-Vrije (15de-18de
eeuw) (TBO 141) of de Schifting Van Zuylen
(in bewerking). Andere stukken met vermeend 'uitzonderlijk belang'
vonden een plaats in de Découvertes (1100-1835) (INV
46, handschriftelijk), de Cumulus ecclesiasticus
(1291-1824) (TBO 168).
De Mélanges généraux (1092-1797) werden een verzamelbestand
van losse akten betreffende kasselrijen en parochies in West-Vlaanderen
(gedeeltelijk geïnventariseerd, INV 119).
De beruchte verzameling van meer dan 12000 'Oorkonden
met blauw nummer' (1065-1812) werd aangelegd door Edward Gaillard,
adjunct-conservator van 1885 tot 1896, en later nog aangevuld. Gaillards
beschrijvingen op losse steekkaarten zijn nu geordend naar instelling,
chronologisch gerangschikt en ingebonden in 41 delen (INV
120). Een beschrijvende lijst van de voorkomende instellingen
is een handige sleutel op deze verzameling (TBO 144).
De 'Verzameling Aanwinsten' (11de-19de eeuw), één der inhoudelijk
rijkste bestanden, is het ultieme verdomhoekje voor elk archiefdocument.
Ze groeide sinds meer dan 100 jaar langzaam aan naarmate een verworven
stuk niet in een aanwezig of nieuw te maken bestand kon geïntegreerd
worden. De volledig herwerkte inventaris met zakenregister en indices
op persoons- en plaatsnamen is ter perse. Tot aan het verschijnen
van dit werk kan men zich voor een indruk van de inhoud van de Aanwinsten
behelpen met indices op plaatsnamen (TBO 82) en persoonsnamen
(TBO 83). |
Verschillende verzamelingen van
kaarten en plannen zijn eveneens vormgebonden maar kunnen hun bestaan
en afzonderlijke berging rechtvaardigen op grond van de buitengewone
afmetingen van de stukken. Kaarten en Plattegronden (16de-20ste
eeuw) bevat materiaal uit kerkelijke archieven, polder- en wateringarchief,
gemeente-, heerlijkheids- en familiearchieven (TBO 14,
INV 113, te raadplegen op microfilm TBO 151).
De verzameling Provinciekaarten (19de eeuw) bracht stukken
samen uit hoofdzakelijk de Derde Afdeling van het provinciebestuur,
bevoegd voor o.a. infrastructuur en subsidiëring van herstellingswerken
aan openbare gebouwen (TBO 12, te raadplegen op microfilm
TBO 150). Ook het bestuur van de Watering van Blankenberge
bouwde een omvangrijke verzameling kaarten en plattegronden op (te
raadplegen op microfilm: TBO 148).
Pro memorie vermelden we hier nogmaals de verzameling Kaarten
en Plattegronden Mestdagh (INV 81, te raadplegen
op microfilm TBO 152).
De Kadastrale Atlas van West-Vlaanderen, gepubliceerd door
P.C. Popp in 1840, is stricto sensu geen archiefbestand doch
een publicatie van perceelsgewijze plannen van elke gemeente met
bijhorende alfabetische legger van eigenaren, met vermelding van
oppervlakte, gebruik en belastbaar inkomen van elk perceel. Niettemin
verdiende hij hier een vermelding omdat het Rijksarchief hiermee
een zeldzaam vrij volledig exemplaar van deze uitgave (kaarten én
leggers) bezit en deze 'Kaarten Popp' documentalistisch op voet
van gelijkheid met de andere kaartenverzamelingen behandelt (TBO
89, 146; te raadplegen op microfilm TBO
149).
Onder de verzamelingen vormt 'Helion' een buitenbeentje.
Blijkbaar genaamd naar een voormalige veilingzaak bevat dit bestand
lossen akten i.v.m. goederenbezit in West- en Oost-Vlaanderen (16de-17de
eeuw) (INV 101). |
Het grootste deel van de hierboven
vermelde archieven kan in origineel in de leeszaal van het Rijksarchief
geraadpleegd worden. Nochtans leidt beschadiging door te frequente
raadpleging van bepaalde originelen ertoe dat in de toekomst steeds
meer bestanden uitsluitend op microfilm zullen raadpleegbaar zijn.
Dit geldt reeds voor de verzamelingen parochieregisters
vanaf het begin van de 17de eeuw tot 1795 (INV 112),
en registers van de burgerlijke stand van 1795 tot 1900 (INV
37) die een primaire bron zijn voor genealogisch onderzoek.
De originele parochieregisters en tafels werden aanvankelijk in
de jaren '70 gefotokopieerd. Men beëindigde het project toen de
letter K bereikt werd (INV 79). De reeks afschriften
van parochieregisters van het Brugse Vrije m.a.w. de 'registers
van het Plattelandse en het Appendantse' (1754-1795) zijn
eveneens verfilmd (lijst in voorbereiding). |
Andere bestanden op microfilm: Kaarten
en plattegronden van de watering van Blankenberge (TBO
148), Kaarten Popp (TBO 149), Provinciekaarten
(TBO 150), Kaarten en plattegronden (TBO
151), Kaarten en plattegronden Mestdagh (TBO
152), Kaarten en plattegronden uit het hedendaags archief
van de O.-L.-Vrouwekerk te Brugge (TBO 153), Kaarten
en plattegronden uit het archief van de familie Lippens (TBO
154).
Naast kaarten en plattegronden eveneens Oorkonden Brugse
Vrije, Kasselrij Ieper 1ste-5de reeks, parochieregisters
oorspronkelijk bewaard op het Rijksarchief te Kortrijk, sommige
Notariële minuten, Bevolkingstelling 1748 en de bevolkingsregisters
voor zover die in individuele gemeentearchieven op het Rijksarchief
te Brugge berusten (TBO 166). Deze reeks zal op korte
termijn aangroeien met films van o.a. de cartularia en kanselarijregisters
van Vlaanderen (14de-15de eeuw), bewaard in de 'reeks B' (voormalige
Rekenkamer van Vlaanderen) op de Archives départementales te Rijsel
en in 1952-1954 een eerste maal gekopieerd in opdracht van het Nationaal
Fonds voor Wetenschappelijk onderzoek. |
Naast de ontsluiting van de bestanden
bewaard op het Rijksarchief te Brugge waren ook de toezichthoudende
en educatieve opdrachten van de dienst aanleiding tot diverse publicaties.
Van Poortersloge tot Rijksarchief. Een gebouw met inhoud te
Brugge (15de eeuw-1995), Algemeen Rijksarchief, Brussel, 1995,
red. VANDERMAESEN M., biedt een geschiedens van het gebouw en zijn
bewoners, de groei van het Rijksarchief te Brugge en een typologie
van de bewaarde archieven.
De inspecties van de gemeente- en O.C.M.W-archieven in de gerechtelijke
arrondissementen Brugge, Ieper en Veurne waren aanleiding tot de
voorstelling van de inspectierapporten: NUYTTENS M., Het gemeente-
en O.C.M.W.-archief in het gerechtelijk arrondissement Ieper. Inspectierapport,
Algemeen Rijksarchief, [Publ. 1784], Brussel, 1993; NUYTTENS M.
en VANDERMAESEN M., Het gemeente- en O.C.M.W.-archief in het
gerechtelijk arrondissement Veurne. Inspectierapport, Algemeen
Rijksarchief, [Publ. 1785], Brussel, 1993; NUYTTENS M. en VANDERMAESEN
M., Het gemeente- en O.C.M.W.-archief in het gerechtelijk arrondissement
Brugge. Inspectierapport, Algemeen Rijksarchief, [Publ. 1830],
Brussel, 1993. |
Van de hand van ROOSE B. verscheen
een wetenschappelijk dossier rond De Brugse Kartuizen 14de-18de
eeuw, Algemeen Rijksarchief, [Publ. 2452], Brussel, 1996, n.a.v.
de gelijknamige tentoonstelling op het Rijksarchief te Brugge.
NUYTTENS M. stelde een Repertorium van de abdijen en kloosters
in West-Vlaanderen op, Algemeen Rijksarchief, [Publ. 2613],
Brussel, 1998, en een bijdrage over Het archief van de hospitaalcongregaties,
Algemeen Rijksarchief, [Publ. 2368]n Brussel, 1996.
In de reeks publicaties van het Rijksarchief verscheen eveneens
D'HOOGHE C., De huizen van het Zuidproosse te Brugge, van ca.
1400-1920, (enkel verkrijgbaar bij het Rijksarchief te Brugge),
Brussel, 1997. |
|
|